Nieuwe Cultuur Nieuwe Politiek Nieuwe Synthese

Metapolitíek - Europeïsme - Identitair - Bioregionaal - Conservatief-Revolutionair - naar NIEUW RECHTS - naar NIEUWE POLITIEK - naar een NIEUWE SYNTHESE ! ------ METAPO SOS-STUDIECENTRUM ------

dinsdag, juni 20, 2006

Rechts denken in Nederland - Zaaien op brakke grond door Erik van GOOR op OpenOrthodoxie, 20 juni 2006.

Op verzoek van de redactie van www.HetVrijeVolk.com mocht ik onlangs als redacteur van www.OpenOrthodoxie.nl iets over onze webstek zeggen. Iets wat meteen een mooie gelegenheid was om iets over rechts denken en rechtse discoursvorming in Nederland te zeggen.

Nu zijn verschillende lezers misschien wel benieuwd naar wat Open Orthodoxie is. Voor onszelf is het interessanter om in te gaan op de vraag naar het veld waarin Open Orthodoxie wil opereren. Daarom heb ik ervoor gekozen, om na een inleiding over Open Orthodoxie iets over de noodzaak van een rechts Nederlands discours te zeggen, een discours waarin zowel Open Orthodoxie als Het Vrije Volk een plek hebben.

Begin 2004 startten enkele orthodoxe conservatieven het project OpenOrthodoxie - podium voor weerbare burgers. Zonder organisatie wilden we een paleoconservatieve evenknie neerzetten naast de diverse neoconservatieve geluiden die er al in ons land te horen zijn, niet in het minst (begin 2004) bij de Edmund Burke Stichting. Met weinig middelen en zonder al teveel pretentie wilden we beetje bij beetje bouwstenen verzamelen die nodig zijn bij het ontwikkelen, ontdekken en vastleggen van een gedachtegoed dat we "'Open Orthodox" noemden: voor ons een verzamelterm voor orthodox, conservatief en klassiek.

Wat is Open Orthodoxie? De naam suggereert op z’n minst een orthodoxe missie. Dit was vooral voor de start slechts ten dele waar. Want vlak na de start van de website merkten we al vrij snel dat de orthodoxie in Nederland allesbehalve rechts, conservatief is en zich nauwelijks identificeert met de belangen van het Nederlandse volk. En ook: onze lezers en medewerkers waren van meet af aan vaak helemaal niet zo orthodox. Wat ze wel hadden was een voorkeur voor conservatief, klassieke en gezond denken. En wat – ironischerwijze - veel mensen die weerzin hadden tegen ons project waren, wisten we ook al vrij snel: die waren vaak orthodox (protestants en evangelicaal).

Waar we dus achter kwamen, was dat er in ons land niet zozeer behoefte was aan een zoveelste christelijke club, maar dat er behoefte was aan een paleoconservatieve club die weliswaar wortelt in de christelijke traditie van ons land, maar die zich niet bezig houdt met vragen rond persoonlijk geloof en bekeringsijver, maar met vragen rond constitutie, volk, de menselijke natuur en het verband tussen deze “natuur” en zaken als cultuur en religie. Wat we dus voorstonden was eigenlijk een vorm van “objectief” christendom waar ook niet-christenen in konden participeren. En dat niet om als niet-gelovige de orthodoxe kern maar volgzaam na te wandelen. Want al vrij snel zagen we in dat (juist) een paleoconservatieve aanpak vaak gepaard gaat met fundamentele kritiek op een christendom dat behalve veel goeds, ook veel ziekelijks heeft geïncorporeerd in onze cultuur: een barmhartigheidsfetisjisme en een obsessie voor solidariteit met vreemdelingen.

Orthodoxie: haat en liefde
En we konden niet anders dan stellen dat om onze cultuur te verstaan weliswaar het christendom nodig is, maar dat dit ook opging om de zwakke en rotte plekken van onze westerse cultuur te kennen en te doorgronden. Want die cultuur was en is volgens ons behoorlijk ziek. Er zijn zeker voldoende zaken om als orthodox trots op te zijn: de traditie van weerbare zelfredzaamheid en constitutionalisme in de antirevolutionaire traditie bijvoorbeeld, of het feit dat constitutionalisme, mensenrechten en vrije markt door Spaanse theologen is ontwikkeld (als reactie op een eveneens christelijke contrapraktijk). En wat ons als paleoconservatieven van Open Orthodoxie met name aansprak was de traditie van vrijheid, gelimiteerde macht, recht van afscheiding en bottom up denken bij – meest orthodoxe - confederale cq. republikeinse denkers als Althusius, Calhoun en Rutherford.

De non-utopische en anti-idealistische traditie van landen als de vroege Verenigde Staten, de Hollandse Republiek en van Zwitserland voor de Franse interventie kon wel eens de remedie zijn tegen een Staat die in onze tijd steeds meer totalitaire en alomvattende trekken krijgt – zo al niet reeds heeft. In het licht van deze mannen die nog zo duidelijk het gevaar van de Staat als Leviathan zagen die de oude rechten en vrijheden zou elimineren, is de houding van het westerse christendom beschamend. En is juist die van andere – niet gelovigen – vaak meer een voorbeeld, zoals die van de Duits-Amerikaanse paleolibertariër Hans Hermann Hoppe.

De kernpunten van Open Orthodoxie verschoven dus steeds meer richting zaken als “paleoconservatisme”, “republikanisme”, “confederalisme” en “constitutionele vrijheden”. Dat we daarom de vraag hebben stellen of de vlag – de naam Open Orthodoxie – nog wel de lading dekt, hoeft dus niemand te verbazen. En nog minder dat in de loop van dit jaar deze naamswijziging doorgevoerd zal worden.

Rechtse armoede en versplintering
Door onze blik steeds verder uit te werpen, merkten we al snel de desolate toestand van het gezonde, rechtse denken in ons land. Want wie met rechtse ogen naar de wereld kijkt en toevallig ook nog in Nederland woont, heeft geen best leven. Is de situatie in alle westerse landen beroerd, in

Nederland is die waarschijnlijk het beroerdst. En de vraag is: wat kunnen mensen met een rechts hart daaraan doen?
Zo op het eerste gezicht weinig tot niets. Elke actie wordt immers in de kiem gesmoord. Want is het niet zo dat wie zich in Nederland rechts, nationalistisch, conservatief of paleo-libertarisch noemt, hiermee politieke, intellectuele, culturele en religieus/morele zelfmoord pleegt? En wie is bereid zijn nek uit te steken wanneer dit het einde betekent van iemands carrière? Het gevolg is vaak versplintering en deze splinter blijken vaak speelbal voor radicalisering en laten zich bovendien vrij makkelijk uit elkaar spelen door linkse media en actieclubs.

Deze vijandige sfeer ten aanzien van het rechtse denken is in ons land een gecultiveerd en openlijk gebeuren. Aan de tand voelen van deze misstanden heeft dus weinig tot geen zin. Je riskeert er hoogstens mee dat je eveneens in verkeerd hoek wordt weggezet. Bovendien is de elite van ons land ook nog trots op deze beklemmende atmosfeer – een twijfelachtige eer die we overigens delen met enkele Scandinavische landen.

Hoe doorbreken we deze situatie? Nog afgezien van de vraag naar de mogelijke kans van slagen? Open Orthodoxie denkt niet het wiel te hebben uitgevonden, maar door naar vergelijkbare situaties in andere landen te kijken, kunnen we wel wat leren. Bijvoorbeeld naar landen waar langzamerhand een rechtse c.q. conservatieve tegenbeweging op gang is gekomen: Frankrijk, België en de Verenigde Staten. Door hun aanpak leren we als het ware onze eigen misère kennen.

Analyse
Een belangrijk iets dat we dan leren is dat onze misère voornamelijk hierin bestaat dat het ons ontbreekt aan de benodigde kanalen. Ten eerste ontbreekt het aan rechtse media. Ten tweede aan grote rechtse partijen van belang. En ten derde ontbreekt het aan een draagvlak op de gevestigde academies. Wie boeken leest over de Amerikaanse context, zoals The Conservative Intellectuel Movement van George Nash, The Conservative Movement van Paul Gottfried en America the Virtuous van Claes G. Ryn, valt op hoe breed en gelaagd de analyse van de Amerikaanse conservatieven is en hoe gelaagd hun aanpak. Deze aanpak is allesbehalve louter en alleen intellectueel, maar ook allesbehalve louter en alleen politiek-pragmatisch. Verder valt op hoezeer men in de Verenigde Staten in staat is van de nood – het ontbreken van de kanalen – een deugd te maken.

Maar wat we vooral van de VS kunnen leren is dat we niet buiten de volgende drie zaken heen kunnen: 1) een sterke interne debatcultuur van rechtse en conservatieve instellingen onderling; 2) uiteenlopende en botsende rechtse en conservatieve componenten met een eigen heldere, politiek en intellectueel onderbouwde werkelijkheidsvisie en identiteit; en 3) een aanpak en een wil om de situatie te durven bestempelen als een “culture war” die om een alomvattende, brede en integrale visie en aanpak vraagt.

Wie dus in een land – in ons land - wil zorgen voor een rechtse cultuuromslag moet daarom rekening houden met deze drie velden. Het begin in de oscillatie tussen gedachtegoed enerzijds en opinie/informatie anderzijds – die moet leiden tot de vorming van een discours. Dit discours – denkklimaat – moet zich nestelen in de maatschappij en kan – en moet – resulteren in vormen van organisatie zoals een politieke partij. Als het goed is ontstaat er dan ook een oscillatie – wisselwerking – tussen denkklimaat en ”partijvorm”.

Dit klinkt vrij abstract. Maar het volgende moet klip en klaar zijn: organisatievormen zoals politieke partijen zijn in ons land van levensbelang – dit bij gebrek aan – echt sterke – instituties zoals monolithische – die zich als één blok kunnen opstellen - locale en regionale gemeenschappen, kerken en culturele lagen van de bevolking (bijv. een conservatief blue collar proletariaat zoals in de VS, of een klassiek georiënteerde elite zoals in Groot-Brittannië).

Problemen
In een vijandig cultureel klimaat als het Nederlandse is het daarnaast van levensbelang als partij gedragen te worden door een achterland van diverse groepen en instellingen. Hier komen enkele levensgrote problemen aan het licht. “Rechts” Nederland kent in haar versnippering geen gemene deler. De media en de academies die hiervoor zouden kunnen zorgen, zijn er niet (meer) en de groepen die elders nog voor enig gewicht in de schaal zouden kunnen zorgen (regionale en religieuze pressiegroepen) zijn in ons land òf volkomen irrelevant, òf staan volkomen vijandig ten opzichte van het rechtse denken.

Bij gebrek aan eigen academies en media zoals kranten en omroepen, is het rechtse discours in Nederland, net als in landen als de Verenigde Staten, België en Frankrijk, dus aangewezen op particuliere initiatieven zoals denktanks, studieclubs en alternatieve media op internet. Deze landen laten zien dat rechtse politiek zich kan ontwikkelen buiten de gevestigde media en zelfs buiten de academies om. (Of een beweging op langere termijn wel kan overleven zonder media en academie is een gerechtvaardigde vraag die overigens in de VS o.m. door Claes G. Ryn wordt gesteld. [1])

De voorwaarde van de juiste mindset
Noodzakelijke voorwaarde voor een alternatieve tegenbeweging is de mindset van een volk. In zowel de Verenigde Staten, Frankrijk als in België is er een volksmentaliteit die weinig tot geen waarde hecht aan officiële instellingen op politiek, universitair en media-gebied. De vijandige houding van de burger ten aanzien van de Staat in Frankrijk moge genoegzaam bekend zijn, maar vergelijkbare attitudes kun je aantreffen in landen als Italië, België en de VS [2].

Deze houding komt echter niet uit de lucht vallen. Deels is ze het gevolg van een politieke cultuur en traditie die in geval van landen als Frankrijk en Italië sterk Machiavelliaans is gekleurd en kan worden getypeerd door het type machtspolitiek. Deels is ze gevormd door sterke historische en levende tradities die doorwerken in het zelfbewustzijn van de gewone man en die onder meer politieke, culturele, morele en staatkundige implicaties hebben. In dit geval kunnen we denken aan landen als België en de Verenigde Staten.

In beide laatstgenoemde landen wordt een traditie van een gezaghebbende volkscultuur (met vormen van civil religion [3]) gecombineerd met – resten van – een traditie van confederalisme (historisch en/of actueel) en weerbaar burgerschap. In België kunnen we daarnaast ook denken aan de zogenaamde “Vlaamse kwestie” waarvan een partij als VlaamsBelang van profiteert, zeker nu partijen als CD&V en N-VA deze kwestie minder uitdragen als voorheen. Wie deze levende realiteiten meent te lijf te kunnen gaan met een Francofone politiek in België, hetzij met neoconservatief Hobbesianisme zoals in de VS [4] voedt juist de weerstand die er vanuit de reserves van sterk volksbewustzijn en dito burgerschap opkomen.

En het is nog maar de vraag of deze basisvoorwaarde – die voor het opzetten van vitale alternatieve media en academische denktanks – in een land als Nederland wel voldoende aanwezig is om landen als de VS succesvol na te bootsen. De overheid heeft in Nederland weliswaar veel overgenomen, maar als we dat vergelijken met landen als België en Frankrijk is dat niet de enige reden waarom het uitgangspunt in Nederland minder rooskleurig is voor rechtse bewegingen als in genoemde landen. Wan wat voor een vitale rechtse cultuuromslag van belang is, zijn niet alleen de componenten “partij” en “discours”, maar is ook datgene waar een volk op terug kan grijpen – als het moet tegen de gevestigde orde in, en dat zonder naar eigen besef disloyaal te zijn aan het historische nationale belang. In Amerika is dat de Constitution, in Vlaanderen de Vlaamse taal en cultuur, in Frankrijk en Italië zijn dat de regio’s die zich verzetten tegen de centralistische machtsstaat vanuit Parijs of Rome.

En Nederland dan?
Bestaat er zo’n element in Nederland? Zijn wij in staat iets dergelijks op te noemen waarmee ons volk vertrouwen kan krijgen in eigen kracht – genoeg om desnoods tegen de heersende politieke en culturele klimaat in te gaan? Het lijkt er niet op. De mindset van de Nederlander is dualistisch en weinig productief voor een rechtse beweging in spé. Er is in ons land enerzijds een levensgroot vertrouwen in "His Masters Voice", hetzij in de vorm van kranten en opinieleiders, hetzij in de vorm van specialisten, wetenschappers, vakbondsleiders, geestelijken en politici. In weerwil van ons losgeslagen, vrijgevochten, geseculariseerde en autonome cultuurtje doet vermoeden zijn we juist (en juist daarom?) een zeer gedwee volkje wat alles slikt wat anderen ons voorschotelen. Anderzijds leeft er in ons volk een sterke neiging tot rebellie en doorslaan in het volgen van de tijdgeest [5]. Niet zo vreemd als men bedenkt dat de keerzijde van de “januskop” onderworpenheid vaak die van de (tijdelijke) opstandigheid is. Onderworpenheid lokt als vanzelf rebellie uit en rebellie slaat vanzelf van de weeromstuit om in onderworpenheid.

Opstand en rebellie zijn niet alleen ongevaarlijk wanneer er geen onomstotelijke, onvervreemdbare basis aan ten grondslag ligt; ongefundeerde rebellie is zelfs productief voor de tegenstander. De Volkskrant-medewerker Hans Wansink stelt in zijn dissertatie naar aanleiding van het "Geval Pim Fortuyn" dat het huidige systeem elke bedreiging na een periode van afweer en verweer uiteindelijk in zich opneemt en zodoende zichzelf versterkt ten aanzien van eventuele toekomstige aanvallen op het systeem [6]. Fortuyn werd eerste genegeerd. Toen dat niet hielp probeerde men hem weg te honen tot aan scherpe aanvallen toe. Na het onomstotelijke “succes” van zijn inzet, presteerde men echter om als Haags gebeuren zogenaamd met Fortuyn’s ideeën aan de haal te gaan en deze te incorporeren in het bestaande systeem om zodoende haar macht, en daarmee tegelijkertijd de onmacht van de burgers en de critici, te versterken.

De organische Staat die Wansink beschrijft, “gebruikt” rebellie en opstandigheid om zich sterker te maken. Opstandige mensen geven zich immers bloot, zijn kwetsbaar en laten de (veelal negatieve) gevolgen zien van onconformistisch gedrag. Deelname aan partijen als de Centrumpartij of aan de LPF is niet goed voor je cv wanneer je bijvoorbeeld een academische loopbaan verkiest. De gevestigde orde van politici, duizenden ambtenaren, beleidsmedewerkers, onderzoekers en journalisten eigent zich ondertussen “de vondst” toe en het effect is niet alleen weg – de nieuwe situatie is nog uitzichtlozer dan voorheen.

Superlegaliteit en autonomie
De omgeving voor rechtse politiek en gedachtevorming is niet alleen vijandig, maar ook effectief in haar vijandigheid. Het is dus nodig om rekening mee te houden met het mechanisme dat Wansink beschrijft. Dit rekening houden met de organische Staat kan op twee manieren. Ten eerste moet er in Nederland, net als in landen als de VS en België, een superlegale [7] basis worden geformuleerd op basis waarvan iedere Nederlander zich kan verweren tegen de overheersende politieke en culturele atmosfeer in dit land, zonder daarmee – naar eigen inzicht – in te gaan tegen datgene waar dit land voor staat of voor dient te staan. Deze “superlegaliteit” dient te fungeren als gemeenschappelijke noemer in een te vormen rechts kamp.

Ten tweede zal het vormen van een rechts "discours" ook werkelijk moeten betekenen: voorrang geven aan het rechtse discours. Tot nu toe is veel “rechtse” geluiden vaak niet veel meer dan reacties op datgene wat de (linkse) media en cultuur ons aanreiken. We zullen eigen thema’s moeten ontwikkelen waarvan het onmogelijk is dat links ze toeëigent! We zullen ons bijvoorbeeld moeten afvragen of het begrip integratie niets anders is dan een linkse truc om ons haar eigen maakbaarheidsdenken (integratie) toe te eigenen. Voorrang geven aan het “rechtse discours” betekent dat “rechtse” standpunten per definitie veel interessanter zijn dan “linkse”. Bijvoorbeeld: een pleidooi voor wapenbezit is dan per definitie interessanter dan het veiligheidsvraagstuk dat ook links zich kan toeëigenen (en deels ook gedaan heeft). De houding die we met het tweede punt voorstaan, is die van de “autonomie” van het rechtse denken.

Rol en betekenis Open Orthodoxie
Open Orthodoxie kiest er daarom voor om niet louter en alleen in te zetten op de vormen van alternatieve internetmedia, partijorganisatie en discoursvorming. Behalve deelname aan deze drie elementen lijkt het ons van levensbelang om te komen tot een zogenaamde “superlegale basis”. Deze superlegale basis hebben wij gevonden in het samengaan van een aantal fundamentele elementen, die van “constitutie”, “natuur”, “historie” en “verbond”. Dit uitgangspunt brengt ons ertoe om te stellen dat de werkelijkheid – ook de politieke – niet louter en alleen rationeel is. Datgene dat wordt aangevoeld door de gewone man heeft ook recht van bestaan. Deze waardering van het populisme betekent niet een opgaan in het populisme. Net als rationalisme is populisme makkelijk te beïnvloeden door hetzij onmogelijkheden voor te schotelen, hetzij met een minimum aan tegemoetkoming te komen om zodoende de kritische massa (rationele) kritiek of (populistische) onvrede te neutraliseren.

Maar net zoals we onze oren niet mogen sluiten voor rationele kritiek, mogen we onze ogen sluiten voor populistische uitingen, al zijn deze niet altijd “constructief” of “mooi”. Maar allereerst moeten we beide zaken funderen in zaken als “natuur” en “historie”. Rationaliteit of (om iets geheel anders te noemen) morele esthetische overgevoeligheid leidt altijd tot defaitisme. Zonder commons senses en common beliefs – die wijzen op de superlegale basis – is de burger speelbal voor de blinde machten. Deze burger moet weerbaar worden gemaakt en worden bevrijd van de technieken van de moderne politiekcorrecte totalitaire staat die zich diep in onze psychologie heeft in genesteld.

Om weerbaar te worden, zullen we zo nu en dan onze blik moeten afwenden van de linkse omgeving. De verschillende onderdelen van het rechtse denken hebben tijd, luwte en rust nodig om uit te kristalliseren. Want niet iedere rechtse Nederlander is bijvoorbeeld een conservatief. Niet iedere conservatief weet dat hij of zij er één is. En niet iedere conservatief is er ook daadwerkelijk één (maar is bijvoorbeeld een neoconservatief of een neoliberaal). Deze benadering doet volgens ons recht aan het feit dat bijvoorbeeld Het Vrije Volk en Open Orthodoxie niet op één hoop zijn te gooien. En dat hoeft ook niet.

Maar als we de “superlegale basis” kunnen beschrijven en kunnen delen, is het mogelijk om de samenhang tussen de dingen te ontdekken. Dan zien we dat het bewaken van de eigen (westerse) relatieve welstand tegenover de massa’s buiten Europa niet moreel verwerpelijk is omdat we inzicht hebben gekregen in de menselijke natuur. En dan gaan we aan de lopende band nieuwe dingen ontdekken die we kunnen toepassen in een “rechts” denk- en leefklimaat. Om daar blijvend politieke munt uit te slaan. Zij het dat dit alleen mogelijk is binnen een partij (en partijstructuur) die recht doet aan bovengenoemde elementen: de republikeinse structuur.

Tot die tijd blijft rechts denken in Nederland zaaien op brakke grond.

Noten
[1] Claes G. Ryn, America the Virtuous - The Crisis of Democracy and the Quest for Empire, New Brunswick, NJ/London, 2003.
[2] Bruce Bawer, “Niet informeren, maar opvoeden”, in Trouw d.d. 10/06/2006.
[3] Bas Hengstmengel, Geen liberale staat zonder christendom, op Open Orthodoxie d.d. 19/06/2006.
[4] Arend Jan Boekestijn, “Met Thucydides op oorlogspad”, in Trouw d.d. 22 maart 2003.
[5] Zie voor dit “typisch Nederlandse verschijnsel”, namelijk het moeiteloos en snel aanpassen aan en meegaat met de “tijdgeest”, de dissertatie van James C. Kennedy, Nieuw-Babylon in aanbouw - Nederland in de jaren zestig, Amsterdam/Meppel 1995.
[6] Hans Wansink, De erfenis van Fortuyn: de Nederlandse democratie na de opstand van de kiezers, Amsterdam, 2004.
[7] Zie voor het begrip “superlegaliteit” Bart Jan Spruyt, De toekomst van de stad, Zoetermeer 2005.

Bron: Open Orthodoxie